Het aantal woninginbraken steeg in 2012 licht: met 2,6% tot 91.153, waarvan bijna een derde tot een poging beperkt bleef, aldus de politie. Ook werd een groter aantal inbrekers gepakt. Beide gegevens tonen wel aan, dat inbraakpreventie nodig blijft, maar ook dat het wel degelijk helpt om je huis goed te beveiligen tegen inbrekers. Want een woninginbraak heeft grote en langdurige impact op het leven van de slachtoffers.
De meeste inbraken (ongeveer 80 procent) worden gepleegd door ‘gelegenheidsinbrekers’. Die werken met klein materiaal: een tang of een schroevendraaier en willen niet te veel moeite doen. Zij willen snel hun slag slaan: hit-and-run. Goede verlichting en stevig hang- en sluitwerk mijden zij als de pest en ook oplettende buurtbewoners zijn niet populair bij het inbrekersgilde.
Veiligheid heeft niet alleen te maken met de goede technische voorzieningen, maar ook met hoe bewust je woont. De beste sloten helpen immers niet als je deuren of ramen open laat staan.
Sluit altijd alle deuren en ramen als je weg gaat, ook het wc-raampje! Draai de sloten altijd in het nachtslot, anders is een deur zo open met een creditcard of zo, de zogenaamde flippermethode. Laat geen sleutels aan de binnenzijde van sloten zitten, een ruitje is zo ingetikt en de sleutel omgedraaid met de methode van gaatjesboren.
Gebruik als buitenverlichting een lamp met schemerschakelaar en zorg dat er binnen lampen aan zijn als je niet thuis bent; ook die kun je met een tijdschakelaar inschakelen als het donker wordt. Moet je nieuwe armaturen aanschaffen, dan kun je wel meteen flink op de stroomkosten besparen door led-lampen of andere spaarlampen te gebruiken. Vervangen van gloeilampen door energiezuinige exemplaren zorgt trouwens steeds voor mooie besparingen.
Waardevolle spullen houd je uit het zicht van voorbijgangers. Kleine, waardevolle zaken kun je opbergen in een inbraakwerende kast of vloerkluis. Door het treffen van goede preventiemaatregelen kun je besparen op de premie van je inboedelverzekering. Hoe hoger de waarde van de op te bergen spullen, hoe hoger de ‘indicatie waardeberging’ die de verzekering voorschrijft, vraag dus vooraf aan je verzekeraar welke kluis aan de eisen voldoet. Bij het programma Opsporing Verzocht zie je soms foto’s van gestolen spullen met een liniaal ernaast, dat is handig om voorwerpen te kunnen herkennen. Ook het graveren van postcode en huisnummer op je eigendommen helpen bij het opsporen van je eigendommen. Registreer je bezit bovendien met het kostbaarhedenregistratieformulier. Zorg er ook voor, dat je geen grote hoeveelheid geld in huis hebt, en als dat toch eens gebeurt, bazuin het niet rond, want weet je zeker wie je kunt vertrouwen? Zo is het ook niet handig om sleutels buiten te verstoppen, iedereen kent de deurmat en andere ‘geheime’ plaatsen. Ook een adreslabel aan je sleutelbos is voor de vinder ervan een uitnodiging om eens te komen neuzen. Een briefje op de deur met ‘ben even weg’ is in feite een verzoek om binnen te lopen. Wees niet te scheutig met informatie over je afwezigheid op antwoordapparaat/voicemail of social media. Inbrekers gebruiken de telefoon of het internet om uit te vinden of je thuis bent.
Een belangrijk punt tenslotte is het effect van sociale controle. Dat is goed voor je huis, én goed voor de buurt! Zorg ervoor dat sociale controle ook mogelijk is. Verstop bereikbare deuren en ramen niet achter bomen, schuttingen, schuurtjes of andere obstakels.
Door ook buitenshuis een beetje op te letten, vergroot je je eigen veiligheid. Daarom raadt de politie aan om bij verdachte situaties rond woningen direct 112 te bellen en informatie door te geven zoals signalement of kenteken. Ook goede contacten in de buurt zijn van belang. Maak afspraken met de buren om een oogje in het zeil te houden, bijvoorbeeld door het gebruik van een babyfoon of door in vakanties de planten water te geven en regelmatig de brievenbus te legen.
Meld problemen die de veiligheid in de buurt beïnvloeden (zoals kapotte straatverlichting of hoog opgroeiend groen dat het zicht belemmert) aan de betrokken instanties.